Onze vloot traditionele houten schepen

Iedere boot uit onze vloot is uniek. Eén stamt uit 1881, een aantal is al meer dan 100 jaar oud en de meest recent gebouwde tjotters stammen uit 1984. Hieronder vind je meer informatie over de schepen van onze vloot.

Wearlamke III

Zeilnummer : 2
Bouwjaar : 1984, Werf : Piersma, Stamboeknummer: 1485, Opdrachtgever: NJHC Heeg
Lengte : 4,70, Breedte : 1,70

Ter vervanging van het tweede ‘Wearlamke’ (1960 en nu eigendom van oud-instructeur Kees Vlaanderen) en nog drie andere tjotters, die wegens te hoge onderhoudskosten van de hand werden gedaan, kregen de werven Piersma te Heeg, Van der Meulen in Sneek, Van der Werff in Workum en Blom in Hindeloopen van de NJHC de opdracht ieder een nieuwe kleine tjotter te bouwen. Piersma bouwde de ‘Wearlamke III’. Zij heeft twee gangen boven een getild vlak. Het boeisel is naar verhouding hoger opgehaald.

Vaareigenschappen: Het Wearlamke is een relatief brede tjotter, die dankzij het opboeisel het water
lang buiten houdt op aan de windse koersen.

Meetbrief Wearlamke
Bekijk stamboek

Wylp

Zeilnummer : 4
Bouwjaar : 1953, Werf : De Jong – Heeg, Stamboeknummer: 892, Opdrachtgever: NJHC Heeg
Lengte : 4,70, Breedte : 1,70

Ter aanvulling op de tjottervloot van haar zeilschool in Heeg liet de Nederlandse Jeugdherberg Centrale in 1953 door Berend de Jong een nieuwe kleine tjotter bouwen. Volgens de bovengenoemde lijst is dit een eengangsboot. “Berend de Jong leverde hem als casco,” vertelt Pier Piersma. “Hij was als vissersboot gebouwd met een dubbel vlak, zonder bun. In die tijd moest je nog belasting betalen voor een boot, maar de belasting voor een vissersboot was lager dan voor een plezierboot. Heit sprak met Berend de Jong af dat het bootje op papier was gebouwd in opdracht van een visser, die het halverwege afbestelde. Zo kon Heit goedkoper aan het scheepje komen, omdat het te boek stond als een bedrijfsvaartuig. Het laten opleveren als casco scheelde ook weer geld. Heit heeft zelf de zwaarden, mast en giek gemaakt en hij heeft het zelf getuigd.”

Vaareigenschappen: De Wylp heeft een wat kleiner tuig en is zeer handzaam. Een heerlijk zeilende
tjotter waarin alles makkelijk te bedienen is.

Meetbrief Wylp
Bekijk stamboek

Hoannemosk II

Zeilnummer : 5
Bouwjaar : 1984, Werf : Van der Meulen – Sneek, Stamboeknummer : 1486, Opdrachtgever: NJHC Heeg
Lengte : 4,80, Breedte : 1,70

In 1955 had de NJHC opnieuw een kleine tjotter laten bouwen ten behoeve van haar zeilschoolvloot; volgens de lijst een eengangsboot. De ‘Hoannemosk’ heeft 25 jaar als instructievaartuig dienst gedaan. Bij de vernieuwing van de vloot in 1984 werd zij verkocht aan P. Dijkstra te Waskemeer en opgeknapt door Piersma in Heeg. Het huidige zeiloppervlak bedraagt ruim 13 m2.

Toen de NJHC in 1984 subsidie kreeg voor de verbetering van de tjottervloot van haar zeilschool oordeelde zij het voordeliger enkele nieuwe boten te laten dan de oude te laten restaureren. Van der Meulen kreeg de opdracht een nieuwe ‘Hoannemosk II’ te bouwen. Dit werd een 2-gangsboot. Zij is thans eigendom van de Stichting Friese Tjottervloot.

Vaareigenschappen: De Hoannemosk is een brede tjotter met veel ruimte en comfort.

Meetbrief
Bekijk stamboek

Wink II

Zeilnummer : 6
Bouwjaar : 1984, Werf : Van der Werff – Workum, Stamboeknummer : 1487, Opdrachtgever: NJHC Heeg
Lengte : 5,00, Breedte : 1,70

Opnieuw een nieuwe tjotter voor de zeilschool van de jeugdherberg. Samen met het ‘Wearlamke’ en ‘Hoannemosk’ werd de ‘Wink’ na 25 jaar dienst afgevoerd en vervangen. De nieuwe eigenaar van de eerste Wink uit 1959 werd W. Damingh, scheepsbouwer te Hasselt (Ov). In 1995 kwam zij in het bezit van Dr. F.L. van Muiswinkel te Breukeleveen. Het is een eenvoudige 1-gangsboot met open voorkuip; het boeisel is later verhoogd met een zetboordje. Snijwerk is eveneens later aangebracht.
Wink II werd in 1984 door bouwer Roelof van der Werff persoonlijk afgeleverd bij It Beaken in Heeg. Het spinnegat heeft Roelof voorzien van een slotje; daarachter zit een houder waarin een fles beerenburg kan liggen en waarnaast twee fûgeltjes kunnen staan, glaasjes zonder voetje. De Wink II is een heerlijk ruime en stabiele tjotter. 

Vaareigenschappen: De Wink is eveneens een relatief brede tjotter, maar wel één met wedstrijdaspiraties. Een snelle boot dus.

Meetbrief
Bekijk stamboek

Tjilling

Zeilnummer : 7
Bouwjaar : 1970, Werf : De Jong – Heeg, Stamboeknummer : 959, Opdrachtgever: NJHC Heeg
Lengte : 5,10, Breedte : 1,95

In 1970 bouwde de Jong nogmaals een tjotter voor de zeilschool van de jeugdherberg ‘It Beaken’. Deze diende als vervanging van een tjotter met dezelfde naam, die in 1946 bij de start van de jeugdherberg-zeilschool door Heit en Mem Piersma al aanwezig was. De Tjilling uit 1970 is de breedste tjotter van de vloot. 
Dochter Jikkie Piersma weet nog dat zij vaak in de oorspronkelijke Tjilling zeilde. “Dit was niet de Tjilling die we nu kennen, maar een veel kleinere versie. Een echt handzame tjotter.”
Er bestaat nog een derde Tjilling, gebouwd in 1957 door de Gebr. De Jong voor opdrachtgever O. van Leer, Chicago (USA). De tjotter werd niet lang na voltooiing verscheept naar Chicago. Wat er van deze boot geworden is, is niet bekend.

Vaareigenschappen: Alles aan de Tjilling is erop gericht om comfortabel te zeilen. Een brede en ruime tjotter waarin je heerlijk over de Friese wateren kunt toeren.

Meetbrief
Bekijk stamboek

Wilster

Zeilnummer : 8
Bouwjaar : 1924, Werf : Lantinga – IJlst, Stamboeknummer : 549, Opdrachtgever: W.Tj. van der Meer, Uitwellingerga
Lengte : 4,79, Breedte : 1,74

De heden nog bestaande ‘Wilster’ maakte sinds 1965 deel uit van de tjottervloot van de jeugdherberg ‘It Beaken’ te Heeg. De tjotter ‘Wylster’ weer in 1924 in IJlst gebouwd door Feike Lantinga voor Van der Meer te Uitwellingerga. Haar eerste naam was ‘Watergeus’ en zij kreeg van de NNWB het zeilnummer 8 toegewezen. Nog hetzelfde jaar neemt Van der Meer met zijn nieuwe boot deel aan Hardzeildag op het Sneekermeer, nog zonder zeilnummer. Vanaf 1927 tot en met 1932 wordt de ‘Watergeus’ vermeld bij de zeilwedstrijden georganiseerd door de Sneker Zeilclub, een enkele maal ook in Langweer, echter niet bij Oostergo. Na 1932 komt de ‘Watergeus’ nog tweemaal voor op de deelnemerslijst van Hardzeildag en wel in 1937 en 1945; eigenaar blijkt dan W.J. van den Berg te Sintjohannesga. De Wilster geldt binnen de vloot tjotters van de Stichting Friese Tjottervloot als een smalle tjotter.

Bijzonderheden:

  • Breed plat vlak
  • Vlaktilling 0 graden
  • Uitgesproken hoekige kimmen
  • 2 gangen boven de kimmen
  • Open voorkuip
  • Breed roer met in de kop uitgesneden vogel

 

Vaareigenschappen: De Wilster is een echte wedstrijdtjotter. Een smalle boot met hoog boeisel en
een relatief lange mast. Houd je van sportief en snel zeilen, kies dan voor deze tjotter.

Meetbrief

Bekijk stamboek

Hoants

Zeilnummer : 10
Bouwjaar : 1924, Werf : Van Wageningen – Veenwouden, Stamboeknummer: 547, Opdrachtgever: D. Visser – Langweer
Lengte : 4,81, Breedte : 1,68

In 1954 kwam de tjotter Hoants als vervanger van het schouwtje Hoants dat toen reddeloos verloren was. Heit Piersma had haar in dat jaar overgenomen van de eerste eigenaar, de Langweerder bakker D. Visser. Deze had de ‘Kabeljauw’, zoals de oorspronkelijke naam luidde, in 1927 laten bouwen door Adriaan van Wageningen te Veenwouden. Bij haar registratie als wedstrijdtjotter had de ‘Kabeljauw’ van de NNWB het zeilnummer 10 toegewezen gekregen. Visser moet zich tot een fanatiek wedstrijdzeiler ontwikkeld hebben. Hij won diverse prijzen. Als in 1953 op initiatief van de Koninklijke Zeilvereniging ‘Oostergoo’ en het Fries Scheepvaart Museum in Grou voor de eerste keer een reünie voor ronde jachten wordt gehouden, is Visser met de ‘Kabeljauw’ van de partij. Blijkens een bewaard gebleven kwitantie verkocht Visser nog in dezelfde maand juli de ‘Kabeljauw’ voor driehonderdvijftig gulden aan Heit Piersma, de vader van de jeugdherberg in Heeg.
Opmerkelijk: Volgens jachtbouwer en zoon Pier Piersma in Heeg, liet Van Wageningen de kielgang oplopen tegen de achtersteven. De scheg werd er onder tegenaan geplaatst, in tegenstelling tot de gebruikelijke constructie, waarbij de kielgang doorloopt onder de scheg.

Bijzonderheden:

  • Breed vlak plat
  • Uitgesproken hoekige kim
  • Vlaktilling 0 graden
  • 2 huidgangen boven de kimmen
  • Breed roer met gesneden vogel in de kop
  • Eenvoudig snijwerk op het boeisel, dat sterk is verhoogd


Vaareigenschappen:
De Hoants is een smalle tjotter met het hoogste boeisel. Een relatief diepe boot
die veel beschutting biedt. Voor de sportieve zeiler.

Meetbrief
Bekijk stamboek

Brasem

Zeilnummer : 13
Bouwjaar : 1926, Werf : De Jong – Heeg, Stamboeknummer: 548, Opdrachtgever: P. van der Laan – Sneek
Lengte : 4,80, Breedte : 1,68

Deze NNWB-tjotter werd in Heeg gebouwd in 1928 in opdracht van veehandelaar P. van der Laan. In feite was deze één van drie broers, die allen verzot waren op hardzeilen. Zij verschenen voor de Tweede Wereldoorlog jaar op jaar op alle Friese wedstrijdbanen, zowel in Sneek bij de Sneker Zeilclub als op Hardzeildag, in Langweer en in Grou bij ‘Oostergoo’. Ondanks het ongeluksnummer 13 wonnen ze nogal wat prijzen. Eind jaren ’60 kwam de Brasem de tjottervloot van de Hegemer jeugdherberg.

Bijzonderheden:

  • Breed plat vlak
  • Hoekige kimmen
  • Vlaktilling 0 graden
  • 2 gangen boven de kimme
  • Open voorkuip
  • Breed roer met vis in de kop


Vaareigenschappen: Deze smalle tjotter reageert snel en voelt de windvlagen meteen. Een snelle
boot voor de alerte zeiler.

Meetbrief
Bekijk stamboek

Brûser

Zeilnummer : 14
Bouwjaar : 1984, Werf : Blom – Hindeloopen, Stamboeknummer: 1484, Opdrachtgever: NJHC Heeg
Lengte : 4,80, Breedte : 1,70

De tjotter ‘Brûser’ heeft Iege Blom uit Hindeloopen in 1984 gebouwd. Waarschijnlijk naar voorbeeld van de ‘Brûzer’ met plaquette 383. De bouw van deze nieuwe geklonken tjotter vond plaats, omdat volledige restauratie van van Brûzer (383) budgettair gezien niet tot de mogelijkheden behoorde.
In 1984 is door Blom ook een andere tjotter ‘Brûzer’ gebouwd. De tjotters hebben 3 gangen en de zettelboorden staan recht op het boord en niet in de lijn van het boeisel.

Vaareigenschappen: De Brûser is de enige stalen tjotter en ook de enige rondbodem. Een ruime en
snelle boot die iets zwaarder is dan de houten zusjes en daardoor wat robuuster door de golven
klieft.

Meetbrief
Bekijk stamboek

Friso

Zeilnummer : 15
Bouwjaar : 1920, Werf : De Jong – Heeg, Stamboeknummer: 550, Opdrachtgever : onbekend
Lengte : 4,82, Breedte : 1,70

Voor het eerst verschijnt in 1930 een tjotter met de naam ‘Friso’ en zeilnummer 15 in wedstrijden in de klasse Tjotters 4,70 x 1,70 m van de NNWB. Eigenaar is dan L. Zwaagstra, wonende te Gauw. Tot en met 1941 vinden we deze boot elk jaar terug in de deelnemerslijsten van de Zeilvereniging ‘Langweer’ en van Sneeker Hardzeildag. In 1941 werd zij blijkbaar verkocht, want in 1942 verschijnt E. Ijsselstein te Grou met de ‘Friso’ aan de start op de laatste Hardzeildag die tijdens de Tweede Wereldoorlog nog plaats vond, tezamen met nog vier concurrenten, de ‘Njord’  met zeilnummer 2, de ‘Nannewijd’ met nummer 3, de ‘Kabeljauw’ met nummer 10 en de ‘Anna’ nummer 11.
Na de oorlog wordt de ‘Friso’ in 1950 in Sneek gevonden door Bernardus Tjerkstra. Hij kocht de in zeer slechte staat verkerende boot voor weinig geld voor zijn vriend Marten Groenhof, boer en kunstschilder in It Heidenskip, die haar eigenhandig met voortreffelijk resultaat restaureerde. Groenhof behield de ‘Friso’ ruim 15 jaar.
“Ben en Anneke Smit,” zo vertelt Jikkie Piersma, dochter van Heit en Mem, “waren in 1966 deelnemer geweest aan het ‘bejaardenkamp’, zo noemden we de zeilweek voor volwassenen. Ben en Anneke kochten de Friso en schonken die in 1967 aan Heit en Mem. Zo kwamen ze aan hun derde eigen tjotter, naast de Brûser en Hoants.

Bijzonderheden:

  • Plat vlak
  • Hoekige kimmen
  • Vlaktilling 0 graden
  • 2 huidgangen boven de kimmen
  • Open voorkuip
  • Fraai snijwerk op boeisel, bedelbalk en hennebalk
  • Breed roer met in de kop uitgesneden vogel


Vaareigenschappen:
De Friso is een mix van snel en relatief breed. Een zeer sierlijke tjotter en een
lust voor het oog.

Meetbrief
Bekijk stamboek

Reiddomp

Zeilnummer : RD51
Bouwjaar : 1918, Werf : Van der Werff – Buitenstvallaat, Stamboeknummer : 302, Opdrachtgever : Eigen gebruik
Lengte : 5,35, Breedte : 2,60

In 1955 bleek dat de Reiddomp (ex Snelheid) zeer veel onderhoud nodig had, het jacht zat al helemaal in blik. Heit schreef op 7 augustus 1955 aan het bestuur van de NJHC dat de Reiddomp voor 500 gulden verkocht kon worden aan oud-zeilassistent J. Wegburg. Deze nieuwe eigenaar wilde graag in drie termijnen betalen en wilde de boot bij de herberg laten liggen. Zo nodig kon de herberg de oude Reiddomp dan nog gebruiken, waarbij de inkomsten voor de NJHC waren. Heit wilde van het bestuur weten of zij met deze voorwaarden akkoord konden gaan. Op 31 augustus 1955 heeft Heit opnieuw een brief geschreven aan het bestuur waarin staat dat de verkoop van de Reiddomp toch niet doorging, J. Wegburg zag van de koop af. Uiteindelijk is het jacht overgedragen aan ene E.W. de Wilde de Ligny en kocht Heit met het bestuur de ‘nieuwe’ Reiddomp (ex Zwaluw): een Fries jacht van Van der Werff uit 1918, wel weer met tjotterroer. Oud-directeur J. van der Harst van de NJHC vertelde vele jaren later op de donateursdag van de Stichting Friese Tjottervloot hoe die aankoop verliep: “Heit ging samen met mij kijken bij het te koop aangeboden Friese jacht. Bij de eerste aanblik was Heit verliefd op het schip en begon het helemaal op te hemelen. Ik schrok hier een beetje van, omdat ik nog wat van de prijs wilde afhalen en probeerde Heit met mijn blik duidelijk te maken dat hij wat minder enthousiast moest zijn. We konden de nieuwe Reiddomp voor iets meer dan 2000 gulden meenemen.”
Dit jacht werd door Van der Werff in Buitenstvallaat gebouwd voor eigen gebruik: de vader van de scheepsbouwer was nl. bakenmeester op het vaartraject Hooidammen-Drachten, waarvoor het schip uitermate geschikt was. Het Friese Jacht De Reiddomp, het vlaggenschip van jeugdherberg-zeilschool ‘it Beaken’ te Heeg is op 23 april 1999 na een grondige renovatie weer te water gelaten. Bijzonder is dat de restauratie in 1999 werd uitgevoerd door de kleinzoon van de bouwer, namelijk Roelof van der Werff in Workum.

Meetbrief
Bekijk stamboek

Janke

Zeilnummer : 126RE
Bouwjaar : 1881, Werf : Onbekend, Stamboeknummer: 158, Opdrachtgever: Onbekend
Lengte : 4,90, Breedte : 2,25

Deze fjouweracht is een interessant en zeer oud scheepje. Van de verscheidene scheepjes van deze klasse die bij de tewaterlating met een berghout werden afgeleverd, is zij de enige waarbij deze stootrand steeds behouden bleef. Hoewel een echte tjotter, heeft zij naar hedendaagse opvattingen dan ook het voorkomen van een Fries jachtje.
De historie van vóór de Tweede Wereldoorlog blijft helaas in het duister. In het archief van de Stichting Stamboek Ronde en Platbodemjachten bevindt zich de kopie van een brief uit 1958 van secretaris Huitema aan de W. Thies te Utrecht. Diens telefonische aanmelding van het Friese jacht ‘De Klomp’ (5 x 2,20 m) wordt daarin bevestigd. Het scheepje werd in het stamboek ingeschreven onder nummer 158. Uit genoemde brief blijkt nog dat de werf Victoria te Aalsmeer het scheepje in 1943 verkocht aan de heer Kloots te Hilversum, die het in 1956 overdeed aan Thies. In een artikeltje in het Nieuw Utrechts Dagblad van 8 juni 1957, waarin ook bijgaande foto was opgenomen, staat vermeld dat het scheepje toen 67 jaar oud was (dus gebouwd in 1881). Volgens de mondelinge mededeling van Thies in 1991 zou de boot zijn gebouwd bij Croles in IJlst. Dit feit komt echter in bovengenoemde brief in het geheel niet ter sprake. Een tjotter met de naam ‘Klomp’ komt ook niet voor in het Nederlands Jachtregister van 1924/1925, zodat hier geen aanknopingspunt is te vinden over de werf van herkomst.
In 1959 doet Thies de boot, die in slechte staat verkeerde, over aan zijn vriend C.H. Zijlstra te Arnhem, die haar de naam ‘Hiltje’ geeft. In een loods aan het Looveer bij Huissum begint deze eigenhandig aan een complete restauratie, die zich jaren voortsleept. In 1984 neemt A. Kuiper te Arnhem de boot over, met hetzelfde doel, echter ook met hetzelfde resultaat. In 1991 komt zij dan in handen van de beide neven R.S en A. Wegener Sleeswijk te Leeuwarden, die haar de naam van hun gezamenlijke beppe “Janke” geven. In de volgende jaren wordt zij eindelijk in oude glorie hersteld door G.J. Hofstede uit Lekkum.

Bijzonderheden:

  • Geen kielbalk
  • Zeer steil staande voorsteven
  • V-vormige bodem, voor en achter gepiekt
  • Vlaktilling 14 graden
  • Enigszins hoekige kimmen
  • Kielgang, zandstrook + verloren gang
  • 6 huidgangen boven de kimmen
  • Voordek van losse delen, bedelbalk
  • Op de spanten aangebracht berghout
  • Boeisel staat vrij steil
  • Fraai oorspronkelijk snijwerk op boeisels, bedel- en hennebalk
  • Koperbeslag
  • Breed roer met in de knop uitgesneden twee gekruiste acahantustakken
  • Snijwerk op de zijkanten van de helmstok, waarvan de handgreep de vorm heeft van een druiventros


Bekijk stamboek