Het is weer een vrije Vrijdag, waarbij (bijna) alles meezit. De week van
Prinsjesdag vol politieke beschouwingen en andere ongemakken. Tijd om de
rust en ruimte, water en wind op te zoeken. Rob heeft voor ons (3 generaties
zeilers) de Tjotter Waerlamke III zeilnr. 2 klaar gemaakt, inclusief de E.Torpedo
b.b. motor. De weersvoorspellingen zijn voor deze tjotter zeer gunstig om op
het Heegermeer te kruisen bij een ZZW wind BF 3/4 . Voor de zekerheid zetten
we een rif in het grootzeil. Buitengaats staat toch nog een fikse golfslag met
schuimstrepen. De zon staat al hoog in de lucht. Met een paar slagen zoeken
we de Gaasterlandse kust op. Ter hoogte van de Langehoekspôlle maken we
een slag over stuurboord. De wind neemt in kracht toe en onze snelheid
navenant. De tjotter buist behoorlijk en veel water stroomt over het zetboord
naar binnen. De oude baas moet best hozen om het spul drijvende te houden.
De schipper geeft geen knik of krimp in de schoot en jaagt ’t Waerlamke naar
de monding van de Inthiemasloot. Laat die ouwe maar pompen. Varend tussen
twee rietkragen wordt alles rustig en overzichtelijk. Het routekaartje wordt er
bijgehaald. Bij de doorvaart naar het Sânmar leggen we aan voor een snelle
lunch/overleg. De fokkenist maakt nog enkele foto’s voor het thuisfront. Het is
nog steeds zonnig maar hoog aan de blauwe lucht trekken windveren voorbij.
De wind blijft gelukkig uit de zelfde hoek doorwaaien. We besluiten de gehele
zwarte stippellijn op de route kaart van links naar rechtste te volgen; namen als
Gruns, Boukespôlle, Ategracht, Ringwiel en Ringwielgrêft klinken avontuurlijk.
Aan het einde van het zomerseizoen is in dit gebied weinig “watersportgedoe”.
We moeten het zelf uitzoeken door zoveel mogelijk langs de boorden van de
meertjes te zeilen. Hier en daar zien we een groen steekbaken dat een
doorvaart aangeeft. Via een slingerrak komen we op de Ringwiel. Ergens aan
het eind van dit meertje moet een baken zijn; inderdaad drie samengebonden
bezemstelen met een bord ertussen geeft de bestemming Heeg/Oudega aan.
Voor het eerst zetten we de Torpedo in het werk en strijken we de mast; een
makkie voor drie varensgasten. Gelukkig zijn er weinig waterplanten in deze
grêft. Rondom de boerenerven zijn veel duikers in deze tochtsloot. De vaart
langs de Klokhûsdyk richting Idzenga heeft nog een echt jaagpad. Bij het
kerkhof/klokkenstoel van Idzenga zetten we de mast en via de ons bekende
poelen kunnen we aan de wind naar Heeg zeilen. Bij zeilschool de Bird is het
doodstil; honderden bootjes liggen werkloos op de wal wachtend op
zeilseizoen 2026. Bij de Weisleatbrêge leggen we de gestreken mast naast de
mik. Immers de draaibrug De Syl heeft een extreme lage doorvaarhoogte. De
terrassen bij die brug zijn half leeg, dus geen commentaar vanaf de wal. Ook bij
de bootwerf Piersma van onze tjotter Waerlamke is het stil. We varen door een
getto van bovenmodale vakantiehuizen het Heegermeer op. De wind is gaan
liggen. Het is stil in de haven; alle scheepsboxen zijn leeg. Rob komt wel uit de
loods maar heeft het te druk met een andere donateur. Wij redden ons wel en
varen de tjotter op de E.b.b. de S.F.T loods binnen; wat een luxe! We melden
ons af en kijken op ons telefoontje naar de vertrektijden van de trein;
”inpakken en wegwezen”. Terug naar de beschaving! Wat een prachtige
zeildag, dat smaakt naar meer!
Beleefd door Nora, Menke & Bram (bemanning ’t Wearlamke III, 19-sept.2025
