Deze (varende) SFT donateurs zijn wel heel enthousiast om de tjotter Wylp van
Electro- gemak te voorzien voor hun toertocht door de Gaasterlandse Bossen
en Greiden. Die eerste vrijdag van Juli belooft ideale weersvoorspelling ; ZW .
Wind BF. 4/5 , Onbewolkt bij een temp. van 23 gr. Voor de zekerheid zetten we
één reef. Goede beslissing, want op de lagerwal van het Heegermeer staan
gekuifde golven . we koersen recht op het baken van de Rakken richting
Woudsend, de Hellingsbrêge wordt nog door een “echte” brugwachter
bediend. Dankzij onze “Torpedo” elektromotor varen we snel door dit
watersportdorp. Om de Lutsmond bij Balk te bereiken moeten we kruisend
over het Slotermeer. De reef in het grootzeil halen we eruit, opdat we zo
scherp mogelijk aan de wind kunnen zeilen. We hangen een beetje aan de hoge
kant van de boot om niet te veel buiswater binnen te krijgen . Na ruim een uur
stampen varen we met de hulpmotor de opvaart naar Balk in . Dit riviertje de
Luts wordt door de Friese dichter Herman Gorter in poëtische stijl beschreven
in het gedicht Mei .Voor de Raadhuisbrug strijken we de mast en nemen “ons
moeders” aan boord. Balk ligt aan de 11steden schaatsroute en telt 3 bruggen
+ viaduct; de middelste brug “Ossebrêge” staat bekend als een notoire
hersenkraker, dit keer zijn wij aan de beurt. Bij het passeren van deze wip
schampt de mast langs de onderkant van het brugdek; geluk bij een ongeluk,
alleen een lakschade! Na de passage van het viaduct duiken we in de
Gaasterlandse bossen. Een weldaad voor oog en oor. Geruisloos varen we door
een spiegel van groen, blauw en bruin. Langs Landgoed Kippenburg komen we
op het meertje Wyldemerk. Bij de Schouw nemen we de bocht naar de
Spookhoekstervaart. Een aalscholver zwemt en duikt ons voor tussen de
lisdodden en waterlelies. Libellen dansen over het water terwijl de zwaluwen
langs de rietkragen scheren ; rechts de ligusterbossen en links de uitgestrekte
kruidenrijke weilanden van Het Fryske Gea. Met wat fantasie glijden we met de
Wylp door de (Verkade)platenboeken van Jac.P. Thijsse uit 1934. Bij de kruising
Rijstervaart horen we duidelijk autogeraas. We volgen al slingerend de vaart
richting Kolderwolde Na de brug bij de Karren zetten we het tuig “in ‘t werk”.
We zijn nu op het keerpunt van onze tocht. Vol getuigd stuiven met
rompsnelheid over de Holken richting Nieuwe Vaart , de Fluessen en
Heegermeer naar de thuishaven. De kerkklok van Heeg luidt alweer 6 slagen.
We laten de Wylp landen naast de Ambtenaar. Nog nagenietend van deze dag
tuigen we af en vleien de tjotter tussen haar andere “zussen”. Zeven uren
volop genieten met veel vóór en napret;
Een echte “Boppeslach”!! Beleefd door Bram, Theunie en Menke de Smit.
